Opgave 1a. De output zal zijn: 7 3 12 2 12 De variabele z heeft de waarde 12 omdat deze static is, en dus de tussenliggende waarde vasthoudt. Opgave 1b. Een class kan abstract worden gedefinieerd indien deze nooit behoeft te worden geinstantieerd. In plaats hiervan bevat deze class algemeen gedrag en attributen van de diverse subclasses.